De verlaging van de minimum leeftijd voor profvoetballers van 16 jaar tot 15 jaar

De minimumleeftijd voor professionele voetballers wordt op 16 juni 2018 verlaagd. Waar voorheen de minimumleeftijd om arbeidsovereenkomsten af te sluiten 16 jaar bedroeg, wordt dit nu verlaagd tot het einde van de voltijdse leerplicht. Dit is 15 jaar indien de eerste twee leerjaren van het secundair onderwijs werden doorlopen.

Op 6 juni 2018 verscheen in het Belgisch Staatsblad het Koninklijk besluit van 25 mei 2018 tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 juli 2001 tot vaststelling, voor de uitoefening van bepaalde sporttakken, van de minimumleeftijd die vereist is om een arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars te kunnen aangaan. Het Koninklijk besluit treedt in werking op 16 juni 2018.

Wat werd nu precies gewijzigd?

Welnu, artikel 6 van de wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars voorziet reeds jaar en dag in de regeling dat arbeidsovereenkomsten ten vroegste kunnen worden afgesloten vanaf het einde van de voltijdse leerplicht. Er wordt bij de bepaling evenwel vermeld dat er voor bepaalde sporttakken hogere leeftijdsgrenzen kunnen worden vastgesteld:

“De arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars kan slechts , en ten vroegste , geldig aangegaan worden vanaf het einde van de voltijdse leerplicht.
Na advies van het Nationaal Paritair Comité voor de Sport kan de Koning voor de uitoefening van bepaalde sporttakken een hogere leeftijd vaststellen dan onmiddellijk na het beëindigen van de voltijdse leerplicht.”

Deze hogere leeftijdsgrens kwam er ook voor een aantal sporttakken door het koninklijk besluit van 18 juli 2001 tot vaststelling, voor de uitoefening van bepaalde sporttakken, van de minimumleeftijd die vereist is om een arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars te kunnen aangaan.

Deze sporttakken waren met name het basketbal, het voetbal, het volleybal en het wielrennen. Voor deze sporttakken werd de minimumleeftijd verhoogd tot 16 jaar voor deeltijdse arbeidsovereenkomsten waarbij de sporter maximaal 80 uren per maand ter beschikking is van de werkgever, en tot 18 jaar voor voltijdse arbeidsovereenkomsten en deeltijdse arbeidsovereenkomsten waarbij de sporter meer dan 80 uren per maand ter beschikking is van de werkgever.

Het bewuste artikel 1 bepaalt meer bepaald het volgende:

“De in artikel 6 van de wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars bedoelde leeftijd vanaf welke de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars slechts, en ten vroegste, geldig kan worden aangegaan, wordt, voor de uitoefening van de sporttakken van het basketbal, het voetbal, het volleybal en het wielrennen, als volgt vastgesteld :
– voor een arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars gesloten voor deeltijdse arbeid welke voorziet in een arbeidsregeling waarbij de betaalde sportbeoefenaar maximaal 80 uren per maand ter beschikking is van de werkgever : 16 jaar, onverminderd de bepalingen die de leerplicht regelen en de bepalingen van de arbeidswet van 16 maart 1971 die van toepassing zijn op jeugdige werknemers;
– voor een arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars gesloten voor deeltijdse arbeid welke voorziet in een arbeidsregeling waarbij de betaalde sportbeoefenaar meer dan 80 uren per maand ter beschikking is van de werkgever evenals voor een arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars gesloten voor voltijdse arbeid : 18 jaar.”

Door het art. 1 van het “Koninklijk Besluit van 25 mei 2018 tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 juli 2001 tot vaststelling, voor de uitoefening van bepaalde sporttakken, van de minimumleeftijd die vereist is om een arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars te kunnen aangaan” werd het woord “voetbal” opgeheven:

“In artikel 1 van het koninklijk besluit van 18 juli 2001 tot vaststelling, voor de uitoefening van bepaalde sporttakken, van de minimumleeftijd die vereist is om een arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars te kunnen aangaan, worden de woorden ′′het voetbal,′′ opgeheven.”

Hierdoor wordt voetbal niet langer als een uitgezonderde sporttak gezien en valt het voetbal terug onder de oorspronkelijke regeling van art. 6 van de wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars.

Vanaf 16 juni 2018 kunnen voetballers dan ook een arbeidsovereenkomst sluiten vanaf het einde van de voltijdse leerplicht. De voltijdse leerplicht loopt tot 15 jaar, weliswaar onder de voorwaarde dat tenminste de eerste twee leerjaren van het secundair onderwijs werden doorlopen. De voltijdse leerplicht eindigt sowieso op 16 jaar.

Dit betekent de facto dat voetballers – in tegenstelling tot wielrenners, volleyballers en basketballers – vanaf 16 juni 2018 één jaar vroeger en op hun 15e een arbeidsovereenkomst kunnen ondertekenen.

Voor meer informatie en advies, aarzel niet om met ons contact op te nemen via ons  contactformulier, per e-mail (sport@everest-law.be) of telefonisch (09/334.94.70).