De ‘dopingproblematiek’ lijkt de laatste tijd wel uit zijn voegen te barsten. Dit heeft voornamelijk te maken met de openbaring van de georganiseerde dopingpraktijken in Rusland. Nochtans beheerst het fenomeen de sportwereld reeds geruime tijd. Alhoewel het gebruik van planten en medicijnen niet verboden was in de Oudheid luidt het dat de Grieken al tijdens de Oude Spelen gebruik zouden hebben gemaakt van planten en paddenstoelen om hun prestaties te verbeteren. Het was tijdens één van de eerste Moderne Spelen, meer bepaald in 1904 in St. Louis, dat er voor het eerst dopinggebruik werd geregistreerd. Hierbij werd gebruik gemaakt van een combinatie van strychnine met cognac.

De WADA-code, waarvan de eerste versie op 1 januari 2004 in werking trad, wordt beschouwd als het belangrijkste wapen in de strijd tegen deze dopingpraktijken. De WADA-code werd ontwikkeld en wordt gemonitord door het Wereld Anti-Doping Agentschap (“WADA”). Het WADA, dat werd opgericht middels de ‘Verklaring van Lausanne’, tracht een wereldwijde samenwerking te organiseren tussen de verschillende internationale sportfederaties, het IOC en de publieke overheden in de strijd tegen doping.

Door het afsluiten van de “Internationale Conventie tegen Doping in de Sport”  binnen het kader van UNESCO slaagde het WADA er in om de WADA-code – als een vorm van zacht internationaal recht – over alle aangesloten landen heen afdwingbaar te maken

Gelet op de snelle ontwikkelingen binnen het dopinglandschap en de hieraan gekoppelde nood aan een geïntensiveerde samenwerking werd op 15 november 2013 in Johannesburg de derde en meest recente WADA-Code goedgekeurd. De nieuwe Code trad in werking op 1 januari 2015 en er worden sinds een aantal maanden met regelmaat beslissingen op basis van deze nieuwe Code genomen.

Het WADA heeft de wijzigingen in de nieuwe Code 2015 ondergebracht in zeven themata, namelijk (1) langere periodes van uitsluiting, doch met meer flexibiliteit; (2) meer respect voor de mensenrechten en het proportionaliteitsbeginsel; (3) meer aandacht voor onderzoek en inlichtingenverzameling; (4) een grotere focus op het begeleidend team van de atleet; (5) het versterken van de dopingtests en het analyseproces; (6) een duidelijker evenwicht en meer samenwerking tussen de sportfederaties en de antidopingorganisaties en een (7) duidelijkere en kortere Code.

De WADA-code zou volgens Minister van Sport Muyters door de wijziging “strenger, slimmer en klantvriendelijker” moeten worden.  Uit de praktijk blijkt evenwel dat dit enigszins genuanceerd dient te worden.

In een volgend blogbericht zal dieper worden ingegaan op een aantal van de meest opvallende wijzigingen en de effecten ervan op de rechtspraak.

Klik hier voor meer informatie omtrent doping.