De transferperiode is geopend

Sinds enkele weken gonst het in sportkranten en op voetbalwebsites van de transfergeruchten. Op 15 juni opende immers de Belgische transfermarkt. Tot en met 2 september kunnen Belgische ploegen zich versterken met nieuwe spelers, dan wel overbodige spelers laten gaan.

De aan- en verkoop van voetballers is in de loop der jaren een miljoenenbusiness geworden waarop veel clubs hun verdienmodel baseren.

In deze bijdrage wordt er kort ingegaan op enkele juridische aspecten van het huidige transfersysteem.

Arbeidsovereenkomst tussen club en speler

De relatie tussen een speler en een club wordt geregeld aan de hand van een arbeidsovereenkomst. In de voetbalcontext is deze meestal van bepaalde duur. Een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur kan immers op elk moment opgezegd worden, met slechts een beperkte opzegvergoeding tot gevolg.

In plaats daarvan werken clubs met arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur die in voorkomend geval verlengd worden. Een dergelijke verlenging zal steeds plaatsvinden voor afloop van de duurtijd van de arbeidsovereenkomst. Ingevolge de zaak-Bosman kan een club na afloop van een arbeidsovereenkomst immers geen transfervergoeding meer vragen. De club loopt dan het risico dat een speler ‘transfervrij’ kan vertrekken.

Transferbegrip

Een transfer is de overgang van speler A van club X naar club Y. Een voetballer kan zowel nationaal als internationaal een transfer maken. Men spreekt van een internationale transfer wanneer er een overschrijving plaatsvindt van de ene nationale voetbalbond naar de andere.

Zoals gezegd wordt er tussen clubs naar aanleiding van een transfer vaak een transfervergoeding betaald. Een transfersom wordt juridisch gekwalificeerd als een vergoeding die tussen de oude club en haar speler overeengekomen wordt naar aanleiding van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijdse toestemming. In theorie is de transfervergoeding verschuldigd door de speler zelf, maar in de praktijk wordt er tussen de speler en de nieuwe club overeengekomen dat deze laatste de transfersom onderhandelt en betaalt.

De hoogte van de transfersom kan voorafgaandelijk vastgelegd worden in de arbeidsovereenkomst d.m.v. een buy out-clause of een release-clause. In het merendeel van de gevallen wordt de transfersom echter ad hoc bepaald op basis van de marktwaarde van de speler.

Toepasselijke regelgeving

Op nationaal vlak wordt de arbeidsrelatie tussen een speler en een club hoofdzakelijk geregeld door het gemeenrechtelijk arbeidsrecht. Daarnaast dient men echter rekening te houden met de wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars (wet betaalde sportbeoefenaar). De beruchte ‘wet van 78’ bevat een speciale ontslagregeling voor betaalde sportbeoefenaars. Op basis van deze wet is de beëindigende partij een opzegvergoeding verschuldigd die gelijk is aan het loon van de resterende duurtijd van het contract. De wetgever heeft echter een maximum bepaald, namelijk het dubbele van wat verschuldigd zou zijn indien het om een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur ging.

Voetbalclubs wensen de toepassing van deze wet doorgaans te vermijden. In het geval dat een speler weg wil, onderhandelt men liever met de nieuwe club over een te betalen transfervergoeding. De vergoeding die, met toepassing van de wet betaalde sportbeoefenaar, ingevolge de opzeg van de speler verschuldigd is, zal immers veel lager zijn dan een transfervergoeding.

De wet betaalde sportbeoefenaar is aldus geëvolueerd tot een drukkingsmiddel van spelers t.a.v. hun club wanneer deze laatste niet meewerkt aan een transfer.

Op internationaal vlak geldt in geval van een transfer de regelgeving van de FIFA. Onder meer de Regulations on the Status and Transfer of Players(RSTP) zijn van toepassing. Art.17 RSTP bevat bijvoorbeeld de criteria op basis waarvan de vergoeding bepaald wordt die verschuldigd is in het geval de arbeidsovereenkomst ‘without just cause’ werd verbroken. De FIFA regelgeving en de nationale regelgeving zijn niet complementair.  Een conforme opzegging conform de wet van 24 februari 1978 kan mogelijks niet aanvaard worden door de FIFA. Dit heeft reeds tot diverse juridische procedures geleid.

Kritiek op het transfersysteem en de transfervergoeding

Het huidige transfersysteem is ontstaan na de zaak-Bosman. Voordien werden transfervergoedingen ook gevraagd wanneer een speler na afloop van zijn contract werd getransfereerd. Dit werd door het Hof van Justitie in de zaak-Bosman echter beschouwd als een ongerechtvaardigde beperking op het vrij verkeer van werknemers. Sindsdien kan een transfervergoedingen enkel verschuldigd zijn wanneer een speler in de loop van zijn contract een transfer maakt.

Ook het huidige systeem is niet onbetwist. Zowel op basis van het vrij personenverkeer als het Europees mededingingsrecht werd het transfersysteem reeds aangevochten.

In 2015 legde de FIFPRO, d.i. de internationale spelersvakbond, een klacht neer bij de Europese Commissie tegen het transfersysteem. Hierbij argumenteerde men dat de vrije mededinging beperkt wordt door de dominantie van rijke clubs op de spelersmarkt. De klacht werd uiteindelijk ingetrokken nadat de FIFA enkele toezeggingen had gedaan aan de FIFPRO inzake spelersrechten. Het toont echter aan dat ook het huidige systeem juridisch niet waterdicht is.